Flamenco was een kunstvorm met een aantal kenmerken die hem vanaf het begin gefascineerd hebben en hij is die kunstvorm blijven koesteren. De magie, het geheimzinnige, …
Hij is dat niet blijven volgen als een kritische flamencokenner. In de jaren 1970 is de flamenco ontzettend geëvolueerd. De jonge gitaristen waren waren juist enorm gefocust op die nieuwe virtuositeit. Maar mijn punt is: bij hen was flamenco niet meer dan die supersnelle toonladder. Bij Wim kwam je terecht in een hele wereld vol van een gedachtengoed dat gigantisch interessanter was dan die ene toonladder. Zo kon ik met hem uren op café zitten luisteren, eigenlijk constant geboeid en beseffend dat ik iets speciaals aan het meemaken was, terwijl de gesprekken met het jonge geweld over niet veel meer dan over toonladders ging.
Er ontstond een echte generatiekloof. Op die trein is Wim niet gesprongen, onder meer ook omdat hij het ontzettend druk had met andere dingen. Maar ik heb zelden na een optreden met iemand aan tafel gezeten met zulke gespitste oren. Hij had er enorm veel over te vertellen, omdat het tijdloze universele dingen waren. Die inzichten waren van een zeer hoog niveau.
Het interesseerde hem niet om mee te zijn met de allernieuwste generatie. Hij had wel een universele menselijke interesse. De flamenco was voor hem wat het ook was voor Donn Pohren (1929-2007), de Amerikaanse flamencospecialist en auteur van onder meer The art of flamenco en het latere en betere Flamenco, a way of life. Dat was een titel die Wannes enorm beviel.
Pohren is in de jaren 1950 naar Morón de la Frontera verhuisd en heeft daar de flamenco meegemaakt. Daar woonden enkele latere wereldberoemde flamenco-artiesten. Wim heeft er een aantal van geïnterviewd tijdens zijn reis met Herman Vuylsteke.
Vuylsteke was geen gemakkelijke mens. Zijn houding naar (bekende) flamencos was vrij neerbuigend. Wannes ging op een totaal andere manier met deze mensen om, en die gezamenlijke reizen vroegen dan ook veel energie van hem.
Binnen die Spaanse cultuur ben je - hoe hard je ook je best doet - de vreemde eend in de bijt. Je moet jezelf dubbel zo hard bewijzen. Maar Wim zei dan: laat je niet opjagen. Laat ze voorgaan. De beste raad die hij gaf was ook dat je uit de professionele flamenco-wereld moet blijven. Hij hield van de marge, ook die van de flamenco.
Ik was zeer begeesterd door de hedendaagse flamenco. Wim werd in de jaren 80-90 in het Brussels-Belgisch flamenco-milieu aanzien als een vertegenwoordiger van de oude stijl. Hij was zelfs tegen die vernieuwing. Er was natuurlijk vernieuwing om de vernieuwing. Dat waren de mitraillette-gitaristen. Voor hen was Wim gewoon blijven steken in de jaren 50.
Sinds Paco de Lucía droomt elke gitarist van supertechnieken. Anders ben je niet volwaardig.
Er was natuurlijk ook respect voor Wannes. Ze kenden hem als iemand met kennis van zaken. Maar puur gitaristiek gezien was hij blijven hangen in een bepaalde periode. De jonge gasten waren dan weer gefascineerd door de nieuwe technieken.
Wannes was ook heel genereus in het delen van zijn kennis en inzichten. Hij was zeer begaan met die kunst en die kunstenaars. Hij wou ook op het podium daarmee iets betekenen en tegelijkertijd daar boven staan. Dat blijkt ook uit zijn dagboeken. Flamenco was maar een deeltje van zijn dagelijkse bezigheden.
Wim was ronduit uniek. De echte reden waarom iemand een kunst beoefent? Eva Moreno, grote danseres, zei ooit over haar collega-dansers: ce sont tous des cons. Als ze je in Spanje artista noemen, is dat precies wat Wim bedoelde met wat een artiest zou moeten zijn. Eenvoudig, sencillo, maar niet in de zin van simpel. Bescheiden. In het echte flamenco-milieu zijn er geen vedetten. Er zijn grote artiesten die erkend worden door het publiek. Het is geen business.
Begin jaren 70 was hij de enige in Antwerpen, die iets van flamenco kende. Het was ver weg. Het zat niet in onze dagelijkse cultuur. Toen ik achttien was heb ik de flamenco omarmd. Bij Edwig Claes heb ik lange jaren lessen gevolgd. De gitaarmuziek was studie, de flamenco was een fysieke verslaving.
Voor Wim was het een van de vele aspecten van zijn kunst, van zijn leven.
Michel Gillain
(1962)