“De Wim”, zó noemden wij hem in onze vriendenkring....
Academie 1954, t’eerste jaar publiciteitstekenen met als prof. de grafieker Piet Serneels. Daar leerde ik “de Wim” kennen.
De verste herinnering, en ook misschien mijn benadering als vriend, was dat op een zekere dag Piet Serneels aan drie van het twintigtal leerlingen die de namiddagklas volgden, een publiciteitsproject liet uitvoeren om onze capaciteit en vermogen vast te stellen. Schijnbaar lag die “ietske” hoger dan het gemiddeld van de rest. Wim, Raoul (Van den Boom) en ik zelf. Serneels gaf ons een positieve kritiek en na deze proef stapten wij direct over naar tweede.

Een bijblijvende anekdote: de Wim had steeds een tekort aan plakaatverf, en dan was het “zeg Patrick geft me na is en bitje wit... ja...en efkes nog wa karmijnroet, en mij pruises blaa  is ook weral oep...”

Raoul, was ook héél speciaal. Ne volledige andere stijl, t’was een kalme stille jongen, misschien wel een beetje introvert. Hij had een natuurlijke begaafdheid; steeds bewonderde ik de sobere oplossingen van zijn publiciteitsaffiches. Ook in projecten voor etalages was hij uitmuntend en had een zeer creatieve verbeeldingskracht.

De vriendschap met Wim en Raoul groeide spontaan, maar met  “de Wim” deelde ik een zéér meegaande “hobby”, die met de tijd voor beide  tot een ander artistiek beroep zou uitgroeien.
Voor de  ene en de andere, hetzelfde doel: muziek, ja...maar dan wel met  een verschillende splitsing.

1956. Naast de academie, in de Raapstraat, boven de ijzerbuizen -handelaar Leon Frateur, huurde ik een mansarde. Enkele oude afgedankte stoelen, buiten gebruik gestelde huisraad, en een op de Vrijdagmarkt gekochte lange zitbank meubileerde deze ruimte.
Hier dachten wij gedrieën een publiciteitsstudio op te richten… Onze illusies en pure fantasie duurden toch wel enkele maanden... maar er kwam natuurlijk niets van in huis.
Met een oud Kodakje maakten wij dan wel onze eerste foto’s voor een verzonnen boekomslag.  “De Antwerpse onderwereld” ..
Wim gewapend met een fles, bedreigde Raoul ...Die foto bestaat nog...(maar ze is wel een beetje agressief...) en helemaal niet in onzen latere levenstrant.
(foto heb ik, weliswaar slechte kwaliteit)

Wim was goedhartig van karakter, kalm, discreet, welwillend en bescheiden. Nooit erg uitbundig en zeker nooit opdringerig. Soms (dikwijls) andersdenkend. In de puurste Antwerpse zin was hij geen moppentapper. Maar zijn plezierige bemerkingen waren steeds spontaan, opmerkzaam en met hele onverwachte tegenstrijdigheden. Men kon zijn humor best vergelijken met “phlegmatic British”.
Zijn ouders heb ik  oppervlakkig gekend; enkele malen  bij hem t’huis in d’Hoogstraat. Mijn herinnering: een echt Antwerps koppel, gewoonweg brave en goeie burgers.

Rond dit zelfde tijdstip (1953/’54) hielden mijn ouders een café op de Stadswaag, Den “Tempelier”. Het was een van de eerste bierkelders à la “Saint-Germain”.  Op dezelfde Stadswaag bestond toen reeds  “de Zolder” van Marc de Schrijver, de “Moriaan”, de “Puschka” en ook den “Bric a Brac” van Paul en Jacqueline, met een meer verfranste ambiance.
De graficus Herman Denkens opende er eventjes later “de Stal”, een gezellig “nonchalant” klein caféke. Dit was Hermans’s eerste poging, want enkele tijd later opende hij de “Gard-Sivik”.
Toen was alles nog natuurlijk en sfeervol, en de animerende omgeving waren; schilders, schrijvers, studenten, muziekanten en toneelspelers,  ook een hele boel nieuwsgierigen. Noem maar op.
Deze “cafés” waren de eerste “Kunstcafés”  en alternatieve kroegen....  
Persoonlijk had ik, en veronderstel ook dat ons “kliekske” in die tijd er feitelijk geen begrip voor had.
Het was gewoonweg anders, en soms wel eens op het randje onmaatschappelijk. Wel trots en zelfbewust, dat wij “die” van d’academie, er deel van uitmaakten.
Later kwam er nog het “Theater op Zolder”, van acteur, schrijver en regisseur Tone Brulin. Een klein intiem zaaltje juist onder de dakpannen van de Moriaan. Amper plaats voor 50 toeschouwers. Eerste voorstelling in 1956 was Sartre’s  “Met gesloten deuren”.
Soms had ik mijn ouders voorgesteld om “de Wim” zo nu en dan eens te laten optreden met zijn gitaar; het duurde wel een tijdje maar het ging door. Menigmaal trad hij op in den “Tempelier”. Optreden is misschien een groot woord. Men legde de 78 toerenplatenspeler gewoon eventjes af… en in’t midden van de ouderwetse traditionele dansvloer (rode tegeltjes met wit zand erop om  t’glijden van de  danspassen te vergemakkelijken ) zetten wij een stoel.
Dan stelde ik bedeesd, onhandig en stotterend de “uitgenodigde artiest” eventjes voor. Hij performeerde steeds met zijn “Soleados”, zijn beste Flamenco’s en ook  “Jeux Interdits”.  
Dit had steeds veel succes, vooral bij degenen die niet zó ingenomen waren met de Spaanse folklore en volksmuziek.
Met alle zekerheid trad hij in de “Tempelier” voor de eerste maal op !
Zijn “cachet” was toen 25 fr., dit was niet veel, maar een “pakske” frieten koste toen ook maar vijf fr. + één fr. voor de pickelssaus.
Terug eventjes op de Academie. Nu en dan, bracht ik naast de olieverfkesdoos, ook al eens  mijn gitaar mee. De teken- en schilderlessen van Maurice Felbier en Van Raemdock, waren “iets losser”, en de sfeer een beetje “à la bohème”.  
De klaslokalen waren nog in ’t oud gebouw en hielpen geweldig aan dit behaaglijk gevoel.
Wit gekalkte muren, een plafond met grote vervuilde glasramen reflecteerde het daglicht, en liet het er schuchter door sijpelen, een vloer van afgetakelde planken, ’t gloeiend duveltje als enige verwarming en het amalgaam van typische geuren zoals olieverf en terpentijn...Hierbij, dan “soms” nog vluchtig wat harmonische samenklanken van gitaar akkoorden.... ja, de zevende hemel.
Op een zekere dag, weken nadat men  de Film met Brigitte Fossey “Jeux Interdits” aan ’t Antwerps publiek had voorgesteld, nam Wim mijn gitaar, speelde enkel “rasgaos” en dan plotseling op een
magistrale wijze, speelde hij deze zacht geïnspireerde muziek van Narciso Yepes, een tot nu toe onbekende componist.

Wij speelden allebeu gitaar, maar hij had een héél speciaal talent. Van mijn kant zong ik reeds in bruine cafés als amateur en begeleidde oude Franse en Vlaamse liedjes, en zocht wel eventjes met een bordje wat centjes op te halen. Kleine sommen, maar genoeg voor tubekes, pottekes verf enz . Gedurende de week-ends een héél jaar rond zong ik in “La Tortue” van Knokke Le Zoute.
Toen, was dit deel van onze kust nog helemaal verfranst. Eigen franse liedjes en repertoire Brassens en Mouloudji waren welkom. Onlangs heb ik met grote vreugde kunnen vaststellen dat het nu helemaal vervlaamst is en waar dan ook, hoort men Nederlands!


1958 was een belangrijk jaar.

Piet Serneels had een belangrijke opdracht. Een “Mega” paneel voor het  Press Paviljoen van de Expo. Nogmaals waren wij de uitverkorenen om hem te helpen in deze reuzentaak. Gedurende een lange maand bracht hij ons iedere dag van Antwerpen tot in het salon en onder zijn leiding schilderden wij aan dit project. Het was natuurlijk voor ons gedrieën een reuze experiment.
In die tijd woonde ik reeds alleen in de Vlaaikesgang, en soms kwam “de Wim” wel eventjes langs voor een babbeltje en speelden wij gitaar. Daar leerde hij mij de akkoorden van Django’ s “Nuages”.

Einde ’58 verliet ik België.

Belgisch Kongo - Elisabethville, eventjes Barcelona, Polydor platen in Parijs en in Wenen, 3 maanden Duitse tournée met Max Greger, dan zes maand optreden in Beirut (Libanon) voor Pan-American Airlines, Londen, Milano, enz. en terug naar Barcelona.
Dikwijls kwamen wij (in tussentijd getrouwd) naar de havenstad. De dagen waren steeds te kort: ouders, familie (weinig) en  snel van hier naar daar. Serneels zag ik dan nog wel, die kwam regelmatig in het nieuw café van mijn ouders “Den Troubadour” op d’Handschoenmarkt.
Hij gaf mij  steeds vers nieuws over d’oude vrienden. Raoul werd stilaan een gerenomeerd fotograaf en “de Wim” nu “Wannes “ had succes met van alles en nog wat.  

Dag in dag uit, langs vrienden om, vernam ik het stijgend succes van de Wannes. Ook stuurden ze regelmatig  knipsels uit dag- en weekbladen met t’een of ander commentaar over hem.
Doedelzak aan  Sint Carolus, eigen vlaamse liedjes, poppenkast en Flamenco. Ik vond dat reuze fijn.
Thuis in Barcelona maakten zijn platen natuurlijk deel uit van de meest beluisterde, en dit was ook onze onrechtstreekse verhouding met hem  onze “feed back”.

Soms toch eventjes, in Antwerpen terug, dan zochten wij de Wannes op en zagen hem in verschillende festivals maar steeds als flamenco-gitarist, met de ene of ander Spaanse danser.
Rond die tijd gaf hij mij een boekje, muziek en teksten van een oud vlaamse artiest: Dichter en zanger Jean de Baets.

Later dan kwam de ziekte...hoe hij erover sprak hoe hij ze aannam... zijn weerstand en kracht. Alles in hem was emotionerend mooi,  “hij” was prachtig: wat een vent.

We waren ook in Antwerpen met de hulde aan Wannes op 25/08/2005. Alles was uitverkocht... ik verzocht met een verhaal over onze relatie één van de lieve hostessen en het meisje aan de loketten te overhalen… A.u.b. … Na een zekere tijd, kreeg ik een boekje toegestuurd uitgegeven door  de Unesco ... Wannes van de Velde met prachtige foto’s van Raoul v.d.B. Deze laatste schreef mij enkele eenvoudige woordjes op de tegenkaft die mij fel ontroerden...

“Op dezelfde plaats samen begonnen, maar allen leven met het leven ergens anders... Tot ziens”  Raoul

Plötseling vuldekik da rot gevuul van al die verbije joare...en van vare vrinde en voral van iene die er na al nimmer is...

In tussentijd zie ik Raoul nu en dan wel eens, soms in Antwerpen en ook wel eens in Barcelona. Nu hebben wij wel een beetje méér tijd, maar toch nog te weinig voor zoveel herinneringen.
Ongeloofelijk was het dan,  dat telkens dat wij, “de beste alle echtgenoten” en ik, (das antwaarpse zeever....) in d’oude wijken rond slenterden, t’is eender  waar... steeds botsten wij ergens op de  Wannes. Toeval...?
Nog straffer?
Wel.... vanuit Barcelona boekten wij vier ticketjes: (intussen was de familie een beetje aangegroeid)  voor de plezierboot Flandria, een boottocht tot Vlissingen. Wij nemen pas plaats op het dek ... en wie denk je wel die op de laatste moment komt aangelopen....juist voordat men de pontbrug verwijderd... ja, je hebt het geraden!
Wit hemd, zwart overjasje en een vilten  zwarte hoed...”Pico bello! “
Ook toeval?...misschien wel!
Het werd een plezierig terugzien. Op mijn vraag  “wadoedegeinahier”  ja... hij zocht inspiratie voor ik weet niet  meer wat.
Samen aten wij aan boord, t’was geweldig warm en het bier “goe” fris. De deuntjes van een trekorgel ” Zie ik de lichtjes van de schelde” en andere populaire mee-zing liedjes zorgden verder voor een artificiële zeemanssfeer... maar voor een  niet geveinsde volksstemming.
Hebben steeds ter hand  het boek dat hij ons schonk in Vlissingen. Verhalen uit Zuid-Nederland en in het boek schreef hij in ’t Spaans..
“dedicada a Patrick Jaques y familia...

Ook nog een snel uitgevoerde potlood schets, vanuit 1954  de 24 februari. Enkele trekjes... zijn profiel, een notenbalk  en niet meer dan de woordjes...Olé, olé.
“Spoans zat er al van joengs af aan in ”.

Gedurende al deze jaren heb ik vele artiesten gekend die na een beetje succes, zich zelve ophemelden,  en ook nog enige die als ze het over zich zelve hadden,  in de derde persoon over zichzelve spaken.  (sans commentaires...)

Opvallend was het wel, dat de Wannes nooit over zijn succesvolle loopbaan sprak, zelfs niet als ik hem rechtstreeks de vraag stelde.
Steeds bleef hij heel eenvoudig, en met een “jao da gao...” werd de kwestie afgedaan.

Wie zou een gretige benoeming zoals “stadsdichter “ gewoonweg afwijzen...?  HIJ !

Andere Artiesten:

“Den Butch” (Pelemans) scheen mij toen reeds ne goeie drummer te zijn, de tijd zou dit bevestigen. Heb hem wel eventjes gevolgd...  misschien wel met het jazz groepje van Wim Nivet??
Kwam ook enkele maal (weet niet meer voor welke reden ) bij hem thuis. Hij woonde vlakbij het stadhuis van Borgerhout, behoud nog steeds een decoratief “pentekeningske” die hij me toen schonk.

Ferre Grignard: Spijtig genoeg heb ik dit fenomeen niet meegeleefd. Kende hem alleen maar van naam, alhoewel de echo van zijn succes en enkele liedjes  tot in Barcelona doordrongen.Talentvol... maar ook misschien wel een beetje “ the right artist, at the right moment, in the right place“.  Prachtige subtiele kiekjes van Raoul...méér dan foto’s, echte fotografische “sfeertekeningen.”


WANNES

Zijn liekes: Mijn mansarde

Hier is em terug

Eenvoudig en prachtig!  

Als wij in Antwerpen zijn, zoeken wij hem nog steeds in de oude steegjes..