Vzw Trefpunt viert dit jaar ook 40 jaar Gentse Feesten. Walter De Buck en Roland stonden toen al op het podium. Bob De Moor woonde bij Sint-Jacobs, waar zijn vader een kapperszaak had. Hij was een bevoorrechte getuige.

Walter De Buck: 'Wannes had een plaat uitgebracht met twee liedjes van de Gentse volkszanger Karel Waeri op. Ik had nog nooit van Waeri gehoord. Wannes zei tegen mij: jij moet dat doen, Waeri in 't Antwerps klinkt niet, dat moet je in het Gents zingen. Ik heb dat als een opdracht gezien. En ja, de eerste Gentse Feesten herdachten we meteen Karel Waeri. Op de eerste affiche stond een foto van Waeri op behangpapier gedrukt. Dat was in 1970.'

Wannes is dus mee verantwoordelijk voor de nieuwe Gentse Feesten?

Bob De Moor: 'Wannes kende de liedjes van Waeri door zijn vader, die ze op café zong. Zoals 'Adam en Eva'. Wij zijn dan op zoek gegaan naar het boek met de liedjes van Waeri die je alleen in een antiquariaat kon vinden.'

Walter De Buck: 'Ik heb de oorspronkelijke bundel, die ik bewaar als een relikwie.'

Wannes was, net als jij Walter, ook beeldend kunstenaar.

Walter: 'Ik had hem in de jaren zestig uitgenodigd voor een expositie in Trefpunt en vroeg hem toen enkele muzikanten mee te brengen. Hij bracht daar een flamencozangeres mee: wij zaten met open mond te luisteren. Maar als beeldend kunstenaar heeft hij me niet beïnvloed. Vergeleken met zijn muziek vond ik het niet zo bijzonder.'

Bob: 'Willem Vermandere is ook beeldend kunstenaar. Walter, Wannes en Willem werden toch de drie W's genoemd. Ik heb Wannes leren kennen op het kot van Roland in de Jan Breydelstraat. Tussen Wannes en Gent klikte het van in het begin. Ik heb hem eens meegenomen naar Romain Deconinck in de Minard. Dat vond hij fantastisch. Zie dat leeft hier nog in Gent, zei hij. Hij werd een van mijn beste vrienden.'

Roland hoe leerde jij Wannes kennen?

Roland: 'Ik kende hem al toen hij nog jazz speelde in een Dixielandorkestje in de Gard Sivik in Antwerpen. Wannes kon alles. In de Jan Breydelstraat had hij liedjes zoals 'Jan Broeder' mee. Gij met uw Booms accent gij moet dat allemaal zingen, zei hij. Opeens waren er nieuwe dingen. De eerste platen van Wannes en de eerste plaat van Walter De Buck. Alsof er een nieuwe wind waaide.'

In die jaren was hij vaak in Gent?

Bob: 'In de tijd van die eerste Gentse Feesten kwam Wannes hier op pleintjes spelen. Ik zie hem nog staan onder die luifel op de Korenmarkt met zijn doedelzak. Wannes idealiseerde Gent. Al de dingen die niet konden in Antwerpen, konden in Gent. Gent heeft meer respect gehad voor zijn patrimonium. Dat kwam gewoon omdat Gent minder geld had. Hij was ook dikwijls op de Gentse Feesten, al trad hij niet zo graag in openlucht op.'

Walter: 'Hij kwam toen dikwijls logeren. We deelden onze verbittering over de beeldende kunsten. Al die monochromen en andere zever. We konden ons daarover opjagen.'

Roland: 'Hij kon plots heel kwaad worden. Als hij een gevel zag die hem niet aanstond. Ik moest ook altijd naast het viaduct in Boom rijden. Dat kostte ons vijf keer rode lichten.'

Je voelt dat in zijn liedjes, daar zit verontwaardiging in.

Bob: 'Die woede is altijd in hem gebleven. Ze kunnen het niet, zei hij dan. In Gent konden we het volgens hem een beetje beter. Hij zei soms: Ik ga naar Gent verhuizen. Hij heeft dat natuurlijk nooit gedaan. Met Antwerpen was het haat-liefde. Hij wandelde uren door zijn stad, kende alle cafeetjes. Wannes heeft weinig gereisd, maar door de haven kende hij ook de hele wereld. Toen hij Senegalezen van een schip zag komen, zat hij meteen in Senegal en had hij direct een heel verhaal. Hij heeft pas heel laat Siena bezocht. Ik heb daar op die campanile staan 'tsjiepen' gelijk een kind, zei hij. Hij wilde terug, maar dat is er door zijn ziekte nooit van gekomen.'

Roland: 'Neem zijn inzet voor het patrimonium. Hij was de monumentenzorg tien jaar voor. In Antwerpen hebben ze veel afgebroken, ook in zijn geboortebuurt. 'De Zwerver' is een mooi liedje dat hem goed karakteriseert. Hij was een perfectionist. Had je een afspraak met hem om 17 uur, dan moest je er zijn. Aan zijn deur stond hij dan met zijn klak en gitaarkist klaar. Hij begon zich 's morgens al voor te bereiden op een concert. Voor een concert deed hij ook stemoefeningen. Ja, ik ook. (lacht)'

Bob: 'Hij was ook altijd solidair met de armen. Zijn vader was een bandwerker bij Ford, zijn moeder was een zingende naaister. Gelukkig gaan ze al zijn werk nu weer uitbrengen. Dree Peremans is daarmee bezig en werkt ook aan een biografie.'

Roland jij hebt met Wannes de tournee 'De nomaden van de muziek' gemaakt.

Roland: 'Ik had hem eens gebeld om samen iets te doen en het zijn twee lange seizoenen geworden. Ik heb veel van hem geleerd tijdens die tournee. Wannes kon alles, hij was een ongelooflijk groot muzikant zonder een vervelende technische pee te zijn. Het spijt me dat ik geen opnames heb van toen hij in de studio op mijn elektrische gitaar speelde. Hij klonk als de grote jazzgitarist Wes Montgomery. Ik ben blij dat Stefaan Wellens er een zeer gevarieerde hommageavond van maakt. Dat doet Wannes eer aan.'

Link artikel

Foto: Frederiek Vande Velde