De Standaard
Woensdag 12 November 2008
​Cultuur

Wannes Van de Velde (1937-2008)


Wannes Van de Velde heeft de pijn achter zich
gelaten. Wat ons rest is een warme herinnering
aan een integere mens en een unieke
songschrijver.


Hij had zijn ‘relaties met het hemelrijk' verbroken, zong hij al in 1995, dus een goeie hemelvaart hoeven we Wannes Van de Velde niet te wensen. Af en toe eens een van zijn liederen beluisteren, zijn woorden lezenden een goed gesprek opzetten over `een nieuw sociaal idee’, dat zal hem meer genoegen doen. Maar we zullen hem missen. Die snijdende stem die het Antwerpse dialect een koperkleurige glans gaf, zal niet meer zingen. Hij had vast nog wel een paar goede liederen in zijn mouw zitten, denken we dan. En tussen alle waan van de tijd was zo'n podiumafspraak met hem een oase, een moment waarop je een aantal waardevolle ideeën weer samen kon vieren. Hij is weggegaan op zijn 71ste, een paar maanden na Hugo Claus, nog zo’n beeldenstormer die tegen de heilige Vlaamse huisjes schopte. In november, dat is een passende maand voor iemand die geloofde in de waarde van tradities, en het belang van rituelen. Dat had hij mee uit zijn jeugd in het Antwerpse Schipperskwartier. Hij kwam uit een familie van volkszangers. Thuis en op café hoorde hij spot- en strijdliederen, en ervoer hij de sociale kracht van liederen. In 1953 ging hij plastische kunsten studeren, maar muziek werd zijn grote passie en soepelste medium. In 1966 kwam zijn eerste plaat Wannes Van de Velde uit. Waarom in het dialect? Omdat hij die taal het best beheerste. Het paste ook bij de idee van folkmuziek, die toen een hoogbloei kende. liet onverwachte succes effende het pad voor Willem Vermandere, Walter De Buck en de hele kleinkunst Hij werd een artistieke duizend- poot. Schilderen (aquarellen en penseeltekeningen) bleef een verdoken passie, maar in de jaren zeventig was hij erg actief in het theater, met de Mistero Buffo- productie van de Internationale Nieuwe Scène. Hij maakte in totaal veertien albums en zette, zeker in zijn laatste jaren, veel gedachten op papier. En hij was een goede gitarist, die sterk beïnvloed werd door de flamenco. Ik heb hem eigenlijk pas goed leren kennen in de jaren tachtig. Natuurlijk, iedereen kende 'Ik wil deze nacht door de straten verdwalen, maar voor een jonge mens in de jaren zeventig, toen de Sex Pistols hun kleine revolutie afdraaiden, was Van de Velde een oude hippie. Je moest moeite doen om door de clichés heen te kijken en de diamant te ontdekken die hij was. Wannes Van de Velde maakte immers geen compromissen. Bleef zweren bij zijn vaste muzikanten, hun akoestische instrumenten, bij het gebruik van het dialect, en bij zijn stijl. Bij zijn lange haren, die woeste baard, en vooral dat grimmige wereldbeeld. Zo leek hij streng en ontoegankelijk, tot je hem ontmoette en er onder dat scherpe imago een tedere mens bleek te zitten.

Kleine kring

Hij werd ook wat afgeschermd door een kleine schare erg trouwe vrienden en fans, die hem al lang volgden en hem op een voetstuk plaatsten, als een soort icoon te- gen de popcultuur. Van de Velde zelf placht te zeggen dat hij die 'kleine kring' zijn natuurlijke publiek vond_ 'Blijft weg van de middenweg, ge kunt er alleen uw poten verbranden, zei hij vaak. Uiteindelijk is dat jammer, want
Vandaag is hij minder breed bekend dan het drukke rouwbeklag doet vermoeden. Hij is een typische ,`musician's musician' geworden, een baken voor collega’s jong en oud, een lieveling van de kritische vakpers. Maar veel meer een kunstzanger dan een volkszanger. Ik vraag me af hoe hij zich daarbij voelde.
Zijn erfenis is waardevol. Hij heeft prachtige liederen gemaakt, wals 'Café Breugel, 'Een
schip, `Sint-Martens Latem; ‘De kleuren van de steden' en Pieter Breughel in Brussel. Met de jaren werden die beter gearrangeerd, door Walter Heynen (overleden in 1995) en later door Stefaan Wellens. Stilistisch vormden ze een rijke versmelting van vele stijlen. Van de Velde raakte tal van thema's aan. Het groeiende racisme in Antwerpen, de oorlogen, het lot van emigranten, de (on)zin van het geloof, maar ook poëtische onderwerpen als de seizoenen, het licht. Tussendoor nam hij af en toe een traditional op, Zoals 'Ik zag Cecilia komen' of `Arabia'
Zijn cover van Dylans 'Masters of war' staat als een huis. Ongetwijfeld was hij een onrustige mens. In zijn hoofd woelden de gedachten en de vragen, en hij kon zich geweldig boos maken op wat hem niet beviel. liet woord "vernieuwing' bijvoorbeeld, waarvan hij het ijdele gebruik niet aanvaardde. Het lot van de kleine mens tegenover grote structuren. Op zijn laatste plaat hekelde hij de teloorgang van Doel: 'Want die ons regeren/ zij kennen de weg/ om later hun handen te wassen.'

In 2000 werd hij ziek, zijn bloed was moe. Een sarcastische streek van de Dood, want hij ging net met pensioen en wilde nog van alles doen. Als zanger was hij heel rijp geworden, hij wilde veel schrijven en ook weer schilderen. Maar hij droeg het waardig: ‘Eén vergissing zal ik alvast niet begaan: mezelf beklagen. De tijd dringt me zijn stilte op. lk zal ze aanvaarden als iets waar ik allang recht op had, schreef hij in zijn dagboek Tijdsnede. In 2005 was hij terug. Zwakjes, maar met nieuwe liederen en een boodschap. Hij noemde het leven 'een monument vol onbegrensde paradijzen,/ misschien absurd,/ maar juist daarom zo interessant'. Op 01.10 was hij erbij, en we luisterden met een krop in de keel. Maar een comeback tournee diende halverwege afgebroken te worden, toen de ziekte zich opnieuw meldde. En terwijl vrienden met een hommage hier en een buste daar de dodende gast probeerden te vermurwen, gleed de zanger steeds verder weg naar 'een land waar pijn niet meer bestaat'.


Reacties


‘Hij is de man die ons de weg gewezen heeft Een gesofisticeerde, integere, cerebrale en grimmige man die heel veel invloeden verwerkte en ons afhielp van de idee dat je het met alleen een gitaar kan. `Ne zanger is een groep, dat was een belangrijk idee. Maar hij was meer geacht dan geliefd. Hij was niet geïnteresseerd in groot succes, was geen ambiancemaker. We kwamen elkaar soms tegen. ja. maar we lieten elkaar vooral met rust.'
Willem Vermandere, muzikant

`Het overlijden van Wannes Van de Velde is een klap voor elke Antwerpenaar die met zijn stad begaan is. In de jaren '60 en ’70 kwam hij in opstand tegen zaken die voor hem alles behalve vooruitgang betekenden, en hij is altijd kritisch gebleven_ Hij zal me bijblijven als een groot artiest en een aangenaam persoon.’
Patrick Janssens, burgemeester Antwerpen

'Ik kende Wannes als een positief ingestelde, kritische persoon. Hij is een van de grootste monumenten van de laatste vijftig jaar, een groot muzikant en een voortreffelijke schilder en tekenaar.
Adriaan Raemdonck, galeriehouder 'De Zwarte Panter’

`Het fenomenale is hoe hij zijn roots als volkszanger zo exponentieel overstegen heeft, om echt een wereldkunstenaar te worden, van het niveau van Dario Fo en Hugo Claus. Hij verwerkte zoveel stijlen authentiek en was een groot filosoof. Zijn kijk op het christendom in de productie Omtrent Jezus was humanistisch, kritisch én zachtaardig!’
Bart Peeters, muzikant en fan

`De verpersoonlijking van een overtuigd en overtuigend kunstenaar. Schottenloos en briljant laveerde hij tussen muziek, taal en poppenspeL Een uitzonderlijke componist, maar vooral gesausd in maatschappelijk engagement, een natuurlijke humanist, met heldere vranke stem en gedachten_ Wars van kleindenkerij en kwezelarij, met een wereldbeeld zo groot als de melkweg!
Bert Anciaux, minister van Cultuur

Hij is volksliederen gaan zingen en kon die daarna helemaal aanpassen aan zijn eigen werk. Daarmee is hij als eerste een weg ingeslagen waar alle anderen, de hele kleinkunst, hem konden volgen. Hij was hét boegbeeld, en een groot mens. Het was moeilijk hem echt intiem te kennen, maar ,als je daar geraakte, was hij fantastisch.’
Hans Kusten, Wannes' uitgever van bij het begin


Reflex

Nu blijven luisteren


Volgens de site www.muziek-archief.be heeft Wannes Van de Velde ongeveer 250 liederen nagelaten. Die zijn vooral te vinden op de veertien albums die hij tussen 1966 en 2006 uitbracht. Ze laten zijn boeiende evolutie horen ,van volkszanger naar een muzikant die meerdere stijlen, vooral uit de mediterrane muziek en jazz, samenbracht. Wellicht zijn De zwarte rivier (1990) en De kleuren van de steden (1995) zijn meest voldragen albums. Zijn begeleidingsgroep bereikte een hoog niveau en de fluitist Walter Heynen schreef erg warme arrangementen. De eerdere albums zijn op meerdere compilaties samengevat, al zijn die niet zo vlot te vinden. In 1997 verscheen wel Een verzameling, die als een goeie instap geldt. Van de Velde was ook altijd te vinden voor samenwerking, waardoor enkele van zijn liederen te vinden zijn op compilaties.
Interessant om de volkszanger goed te leren kennen zijn de bijdrages aan de cd-reeks Traditionele muziek uit Vlaanderen. Ook de compilatie Intiem (1997) brengt een aantal erg mooie interpretaties van traditionele liederen samen. Twee interessante zijstappen zijn de plaat van Water & Wijn, het
volkskoor waarmee Wannes in kleine kring optrad en waar zo’n geweldige zangvreugde van uitgaat. De plaat Nomaden van de muziek (2000) met Roland Van Campenhout blijft een prettig tussendoortje, al is het maar om Wannes 'Baby makes her blue jeans talk' te horen zingen. Wat we missen in zijn discografie is een goede anthologie, en een écht goede live-plaat. De opnames van de gelegen heidsconcerten Café B. in 1992 smaakten naar meer. Ook een goede dvd-opnarne is een lacune. (vpb)

VAN ONZE REDACTEUR
PETER VANTYGHEM
BRUSSEL