POESJENELLEN STUKKEN

    Op deze pagina vind je een overzicht van de poesjenellenstukken die geschreven en/of gebracht zijn door Wannes en zijn poppenspelers.

    Leden van het Erfgoed kunnen naar aanleiding van het verschijnen van het boek "Gilgamesh en andere poesjenellenstukken" vijf niet in het boek verschenen stukken integraal lezen op de ledenpagina ("Varia").

    Niet-leden kunnen hieronder fragmenten lezen en beluisteren.)

    • De stomme van Portici

      Open or Close
      • De Neus
        De Neus
      • Minister
        Minister
      • Directeur
        Directeur

      FRAGMENT

      Poesjenellen
      NEUS
      DIRECTEUR
      MINISTER VAN CULTUUR
      AUBER


      Directeur
      Neus, wiste gij dat de poesje een opvoedende zending heeft te vervullen?

      Neus
      Ik weet niet, directeur, hebde gij kinderen? Ikke niet, zenne, alle, toch niet da’k weet.

      Directeur
      ’t Gaat niet over kinderen van ons, Neus, maar over het publiek. Ge verstaat toch dat wij met onzen theater, over een ongelooflijke spreekbuis beschik- ken om de mensen op te voeden. Dus ... hebben wij een opvoedende zen- ding te vervullen.

      Neus
      Maar de mensen hebben toch genoeg t’ eten, directeur, ik zien niet in waar- om dat wij ze nog eens opnieuw zouden moeten gaan voeden. De meesten vreten al veel te veel.

      Directeur
      Maar dat is nu juist ’t geen à’k wil zeggen, Neus. De mensen eten te veel, hé? Awel dan spelen wij een stuk waarin dat gij bij- voorbeeld sterft van te veel t’eten, met heel veel pijnlijke monologen waarin dat ge klaagt hoe verschrikkelijk à’t dat toch is, van te veel eten te moeten sterven, terwijl à’t er zo veel sterven van te weinig.

      Neus
      Da’s meer ‘ne zwaren drame, dat gij wilt zeggen, directeur.

      Directeur
      ‘Nen drame waardat ge de mensen kunt mee wakker schudden, kan niet zwaar genoeg zijn, Neus.

      Neus
      Wette wat, we spelen de stomme van Portici. Ge weet nooit voorwat dat ’t goed is. In 1830 zijn w’er belgen mee geworden, maar ’t zou misschien wel interessant zijn om eens een ander nationaliteit te proberen. Misschien wor- den we deze keer wel engelsmannen, tegen à’t de poos begint, en zwitsers tegen ’t einde van ’t vierde bedrijf. Da’s weer zo eens iets anders hè.

    • George gaat naar zee

      Open or Close
      • Angelo
        Angelo
      • Barbara
        Barbara
      • Duivel Balkree
        Duivel Balkree
      • Duivel Blekkas
        Duivel Blekkas
      • George
        George
      • Visser
        Visser
      • Wandelaar
        Wandelaar

      FRAGMENT

      Poesjenellen
      BALKREE (DUIVEL)
      BLEKKAS (DUIVEL)
      SATAN GEORGE
      ANGELO
      BARBARA
      NEUS KOP
      WANDELAAR
      VISSER
      COLUMBUS

      Balkree
      Blekkas, Blekkas, hoe lang wonen wij hier nu al in die hel? 1000 jaar?

      Blekkas
      Balkree, Balkree, gij vangt zeker? 1000 jaar ... doet daar maar een miljoen of drij bij.

      Balkree
      Is dat al zo lang geleden, die affaire met onze Satan en die hooveerdigen baas van hem?

      Blekkas
      Nog langerder!
      Balkree
      Dan is ’t niet moeilijk dat ’t hier stilaan mijn botten begint uit ’t hangen. Hier gebeurt nooit niks. Altijd ’t zelfde gematigd klimaat, nooit genen druppel regen, en geen ziel te zien.

      Blekkas
      Ja, da’s feitelijk wel een mop hé, dat er hier geen kat naartoe komt. D’r zijn pertang veel mensen bang van ’t schijnt. Hoe zou dat nu komen?

      Balkree
      Dat zijn die sadisten van Rome hé, die van alles gaan rondvertellen. Die gaan er nogal op zenne! Allé: folteringen en eeuwig vuur! Wie komt er nu op zo’n wrede dinges?

      Blekkas
      Dat doen ze om de mensen braaf t’ houden.

      Balkree
      Braaf? Ik noem dat onnozel! En daarbij het kan mij niet schelen. Ik weet maar één dink, en da’s da’k het hier moe zijn, en gij ook, geef het maar toe!

      Blekkas
      Ik weet niet ... maar zouden wij dat wel mogen: het hier moe worden?

    • Christoffel Kolombus

      Open or Close
      • Azureke
        Azureke
      • Dansende Indianen
        Dansende Indianen
      • De Dood
        De Dood
      • De Neus
        De Neus
      • Geleerde
        Geleerde
      • Kolombus
        Kolombus
      • Montezuma
        Montezuma

      FRAGMENT

      Poesjenellen
      NEUS KOP
      KOLOMBUS
      REPORTER
      FINANCIER
      MINISTER
      GELEERDE
      KONING
      AZUREKE
      MONTEZUMA
      INDIANEN
      MATROZEN
      DICHTER
      DE DOOD


      Michel De Ghelderode
      Adaptatie voor poppenspel in Antwerps dialect door
      Wannes Van de Velde


      Kolombus

      En ik die dacht dat gijlie van een hogere soort waart die de dingen van ons’ beschaving verachtte.

      Montezuma
      Wat heeft dat er nu mee te maken?
      Natuurlijk verachten wij ullie beschaving, maar daarom de whisky nog niet. Ge komt ons beschaven … OK … Dat zal gauw genoeg gebeurd zijn. Ik wil zeggen: we zullen gauw genoeg uitgeroeid zijn. Geen belang. ’t Staat gegrift in ons’ oudste stenen? We verwelkomen in jullie de bodes van onzen dood. We dansen onzen ondergang tussen afgetakelde piramides en gouden zonnen waardat ’t goud is afgeroofd. All right. Dat ons’ pluimen en ons’ duizendjarige wijsheden maar ten onder gaan … Uwe whisky hebben we nodig om onze wanhoop een beetje zin te geven.

      Kolombus
      Jullie uitroeien, prachtige carnavalszotten? Maar gijllie schijnt mij excellente typen te zijn, alleen maar een beetje pessimist.
      Groten chief, ik neem u mee naar Europa.

      Montezuma
      Dank u, besten barbaar. Ga maar alleen terug. Ik wil sterven tussen de puinen van mijn keizerrijk. Met ons ras is ’t gedaan. Mijn dynastie is ten einde. Plaats voor d’ archeologen en d’ antiquairs.

      Kolombus
      Laat mij dan ook pluimen dragen en mee dansen in t’ feest van uwen ondergang.

      Montezuma
      IJdele wens! De dood, da’s een roeping, die niet voor alleman is weggelegd.

      Whisky!

      Kolombus
      Omdat het dan toch te laat is, drink ik op Amerika, op de leste der azteken en de leste der mohikanen. De jezuïeten zullen uw vernietiging komen pre- ken in de naam van de liefde. Fatale, gepluimde vrienden, ik drink op de ronde vorm.

      Montezuma
      Op Amerika!

      (ze lachen en omhelzen elkaar. Muziek. Dans)

      AUDIOFRAGMENT KRISTOFFEL COLUMBUS

    • Betreft Jezus - Concernant Jésus

      Open or Close
      • Barabas
        Barabas
      • De Doodn
        De Dood
      • De Tijd
        De Tijd
      • Dode Jezus
        Dode Jezus
      • Gabriël
        Gabriël
      • Jezus
        Jezus
      • Kleine Jezus
        Kleine Jezus
      • Maria
        Maria
      • Melchior.
        Melchior.
      • Pontius Pilatus
        Pontius Pilatus
      • Verrezen Jezus
        Verrezen Jezus

      FRAGMENT

      Poesjenellen
      NEUS KOP BALKREE (DUIVEL) DE DOOD SPOKEN GOD JEZUS GABRIËL MARIA HERDER MELCHIOR (ZWARTE KONING) MINISTER VAN FINANCIËN SOLDAAT KLEINE JEZUS MINISTER VAN JUSTITIE INKWISITEUR DE TIJD BURGEMEESTER LEGIONNAIRS BARABAS ANGELO WETHOUDER PILATUS ADAM DODE JEZUS

      Tijd
      Ze noemen mij den Tijd. Door niks zijn ik te stoppen. Zonder mij was er gisteren niks gebeurd, gebeurt er niks vandaag en zal er morgen niks gebeuren, want ik mààk iedere sekond, en terwijl a’k hem nog aan ’t maken zijn vliegt hem al weg, om nooit niet meer terug te komen. Ze noemen mij den Tijd. Mijnen aard is niet te vatten en dat gade misschien niet geren horen: ik heb de mensen niet nodig om te kunnen bestaan.

      Dood (op)
      Ik wel.

      Tijd
      Ha ja, gij, da’s nu niet moeilijk. Zegt liever dat ’t de mensen zijn die a’d u nodig hebben, voor hun zielige slachtpartijen.
      Enfin, mij kan ’t niet schelen.

      Dood
      Nee, ik weet wel dat gij ‘nen egoïst zijt, die ’n a nooit of nooit niet in zijn kaarten laat loeren. Gij hebt geen gevoel gij.

      Tijd
      En toch kunde mij niet missen.

      Dood
      Hoedat niet?

      Tijd
      Doet niet zo onnozel Dood. Wie bepaalt er het moment waarop dat gij moet komen? Wie fabrikeert er de sekonden die den terdoodveroordeelde zit af te tellen? ’t Zou nogal straf zijn a’t de mensen niet meer wisten wanneer en om wat uur dat ze sterven.

      Dood
      Ja, gij ziet het allemaal heel nuchter, da’s een deel van uw job. Maar ikke … ik heb het zo gemakkelijk niet. Als ge zo lang met de mensen omgaat, en surtout op mijn manier, dan beginde zelf een beetje op ‘ne mens te trekken, en dat maakt mijn job moeilijker en moeilijker met den tijd.



      (entrent Neus et Kop)

      Neus
      Allez-y, Kop : dis le

      Kop
      Qu’ est que je dois dire, Neus ?

      Neus
      Le verbe

      Kop
      Pourquoi ?

      Neus
      Parce que ceci est le commencement de la pièce, et au commencement il y a toujours Le Verbe. C’est à toi.

      Kop
      Suppose que je dis un faux verbe, ou un verbe que les gens n’aiment point entendre.

      Neus
      On s’en fout ! Nous pouvons dire n’importe quoi, puisque nous sommes des polichinelles : naturels, scabreux et issus de la bouche du peuple. Allez-y : Le Verbe !

      Kop
      Pourquoi ne le dis tu toi-même ?

      Neus
      Parce que je veux adjuger ce faveur à mon collègue.

      Kop
      Non, non, parce que, tout comme moi, tu ne le connais pas. Tu sais quoi, Neus ?

      Neus
      Non, Kop.




      AUDIOFRAGMENT BETREFT JEZUS

      Leden kunnen het volledige stuk beluisteren op de ledenpagina bij "Varia"
    • Retabel van Don Chrisobal

      Open or Close
      • De moeder van Rosita
        De moeder van Rosita
      • De Zieke
        De Zieke
      • Directeur
        Directeur
      • Don Christobal
        Don Christobal
      • Rosita
        Rosita

      FRAGMENT


      Retabeltje van Don Cristobal
      Poppenspel van F.G. Lorca, 1931 Vertaling: Wannes Van de Velde

      Poesjenellen
      DE DICHTER DE DIREKTEUR DE ZIEKE DON CRISTOBAL DONA ROSITA HAAR MOEDER CURRITO, EEN SOORT “NEUS”



      Don Cristobal
      Ik koom al, meneer den direkteur. Ik zijn aan ’t pissen.

      Direkteur
      Zwijgt! En zegt zo geen onnozeleteiten.

      Don Cristobal
      (op)

      Directeur
      Vooruit, Don Cristobal, onzen drame moet gaan beginnen. Allez, gij zijt ‘nen doktoor.

      Don Cristobal
      Maar ‘k zijn e’k ik genen doktoor, dat weet’e toch.

      Direkteur
      Don Cristobal, denkt u eens in, dat ge geld nodig hebt, voor te trouwen.

      Don Cristobal
      Da’s nog waar ook.

      Direkteur
      Ziet dan maar dat ge ’t rap verdient.

      Don Cristobal
      Daar zal mijn matrak aan te pas komen, zeker!

      Direkteur
      Bravo. Ik zie dat ge mij verstaan hebt. Dààr is uwen eerste patiënt al.

      (af )

      Zieke

      (op)

      Goeien dag

      Don Cristobal
      Goeie nacht

      Goeien avond, mijne-j-eren

      My Image
    • Gilgamesj

      Open or Close
      • De Dood
        De Dood
      • De Neus
        De Neus
      • Kopke
        Kopke

      FRAGMENT

      Gilgamesj
      Spel voor Antwerpse poesjenellen
      Wannes Van de Velde 1988

      Poesjenellen
      CLOWN NEUS KOP GILGAMESJ SJAMASJ STROPER
      CICCIOLINA
      ENKIDU
      RASTAMAN
      SCHRIJNWERKERS
      DE DOOD
      SCHORPIOEN
      UTNAPISHTIM
      VOORBIJGANGER


      Clown
      (achter hem staat een stad)

      Proloog
      Hooggeacht gepeupel, draait uw horloge terug, zo’n zes- à zevenduizend jaar, want ons theaterspel duikt op uit de nevelen van ’t verste verleden dat maar denkbaar is; uit den tijd toen a’t de stad nog maar pas was uitgevonden. En daar, in de vlakte, in den delta van twee brede stromen, daar stond ze, de stad, la ville, the city, een dynamisch metropolis, ‘ne felle mierenhoop, bruisend van moed en leven. De mensen die heur hadden gebouwd waren bedreven in alle soorten van beeldende kunsten, literaturen en muzieken. Werken, dat deden ze in hunne vrijen tijd, want meestal waren ze bezig met zingen en dansen. (men hoort muziek en zang) Maar hun plezier, en de felheid van hun gezangen, hunnen trots ... het maakte de goden zo jaloers als beddenbakken ...

      (af )

      1e Godenstem
      Dat lawijt is niet meer te verdragen

      2e Godenstem
      ‘ne serieuze god kan geen oog niet meer dicht doen met die kermis!

      3e Godenstem
      Den toren van Babel is er niks tegen.

      1e Godenstem
      Wat kunnen we daar tegen doen?

      Alle Goden
      Ja! Wat kunnen we daar tegen doen?!

      2e Godenstem
      We sturen ze ‘nen oorlog! Voor de macht of voor de poen!

      3e Godenstem
      Nee! We draaien ze ‘ne zondvloed in hun botten, ’t zal dan wel stil zijn ...

      Alle Goden
      In ’t land van die zotten!!!

      (terwijl men, plastisch uitgebeeld, de zondvloed ziet, hoort men een spreekkoor in het algemeen Nederlands)

      Spreekkoor
      Zes dagen en zes nachten raasden de winden, beukten de stormen, scheur- den de orkanen en gigantische overstromingen overweldigden de aarde. Zelfs de goden waren ontzet door wat ze hadden aangericht ....
      TOEN WERD HET STIL!

    • De Georges wordt rijk

      Open or Close
      • George
        George
      • De Neus
        De Neus
      • Kopke
        Kopke

      FRAGMENT

      Poesjenellen:
      BERTHA, EEN HOERTJE
      DE NEUS GEORGE DE KOP
      DE SCHELE

      Neus
      Wat is ‘t, George, ge ziet er weer zo triestig uit.

      George
      Zwijgt stil, Neus, ik weet niet wat dat ‘k heb.

      Neus
      Denkte dat ’t beter zou zijn als g’ het zou weten?

      Neus
      Ge weet percies niet veel vandaag, hé George.

      George
      ‘k Weet niet, Neus

      Neus
      Ha, dat wete dan toch. A la bonheur, da’s dan al een begin. Allez, denkt eens goed na, wat zou er u zoal mankeren? Geld?

      George
      Neeje, Neus, om geld heb ik nooit gegeven. Da’s goed voor rijke mensen.

      Neus
      Zeg eens George, hoe zit het met de vrouwen?

      George
      De vrouwen? Maar jongen toch, waardat gij van spreekt. Daar heb e’k ik al lang afstand van gedaan.

      Neus
      Maar dan wete ‘k ik wat dat er met u aan d’ hand is zene, jongen. Gij hebt een wijf nodig!

    • De ziel van den duivel

      Open or Close
      • De Neus
        De Neus
      • Kopke
        Kopke
      • George
        George

      FRAGMENT

      Poesjenellen:
      DE KOP DE NEUS MEFISTO DE GEEST VAN LEVEN EN DOOD
      GEORGE
      HAARSPELD, EEN DICHTER
      BELGA, DE BAZIN VAN EEN BORDEEL
      BERTHA, EEN HOERTJE
      DE MINISTER VAN FINANCIËN
      FAUST

      (de Kop komt op)

      Mefisto
      (in Algemeen Nederlands)

      Vergeef het mij, zo ‘k durf te wagen, O sterveling, u voor de vuist, De prijs van uw ziel te vragen.

      Kop
      Laat maar zitten, die gedichtjes. Ieder klerk van ’t ministerie schrijft poëzie. Of zijde ziek misschien?

      Mefisto
      Neeje vriend, maar da’s een ouw’ gewoonte van mij. Ik kan dat niet laten. Die manier van spreken past bij mijne stand. Ik zijn den duivel Mefisto.

      Kop
      Ha, dan is ’t goed, ik dacht al dat ge ‘ne slechten akteur waart. Enne... a’k het goed verstaan zoude gij zeker mijn ziel willen kopen?

      Mefisto
      Ja vriend, hoe wete gij dat?

      Kop
      Omdat ‘k z’u verleden week al eens verkocht heb, voor niets! Omdat ‘k van uw gezaag zou af zijn. Salut hé duvel, en zijt blij dat ge niet in een pint zit, anders zoop ik u uit

      (af )

      Mefisto
      Voilà. Is dat nu niet erg? Niet de minste zin voor drama. Helaas wat staat er mij te doen? Wacht wat, ik zal mijne knecht eens doen verschijnen. Geest van leven en dood
      Geest van water en van brood Helpt Mefisto uit de nood! Z’ hebben hem lang genoeg gekloot.



    • Het beleg van Troje

      Open or Close
      • De Neus
        De Neus
      • Kopke
        Kopke

      FRAGMENT

      Naar het Frans van Roger Kervyn

      Poesjenellen:
      AGAMEMNON - VELDMAARSCHALK VAN DE ARGIËRS.
      DE NEUS - ZIJN VERTROUWELING.
      ACHIL-GENERAAL. ULYSSES- GENERAAL.
      HEKTOR - VELDMAARSCHALK VAN DE TROJANEN.
      DE KOP - ZIJN VERTROUWELING.


      Neus
      ’t Is te zien.

      Agamemnon
      Watte? Wat zijn dat voor insinuaties?

      Neus
      Dat zijn geen insinuaties. Twee broers trekken toch niet altijd op makande- re.

      Agamemnon
      Da’s waar. Awel luistert: Menelaos had een wijfke ...

      Neus
      Leentje?

      Agamemnon
      Ja, Leentje, maar dat was een griet van mijn k..., allé, die deugde langs geen kanten, en op zekeren dag is z’er uitgetrokken met Van Parijs, en daarom belegeren wij nu Troje. Zo simpel as bonjour.

      Neus
      Omdat Leentje er uit getrokken is met Van Parijs ... belegeren wij nu Troje? Dat verstaan e’k ik niet zenne.

      Agamemnon
      Maar allé! Van Parijs hé, da’s den broer van Hektor, en Hektor da’s ‘t zoontje van Primus, en Primus da’s de koning van Troje, en Hektor is de chef van den troep van Troje, en wij gaan die allemaal in de pan slagen, voor ons’ eer te wreken.

      Neus
      Ons’eer? Die van Menelaos!!

      Agamemnon
      En die van de familie, en van héél ‘t volk van Griekenland ... Maar daar heb-ben w’onzen Achil, de fameuze generaal en bokskampioen van Schaarbeek.

      Neus
      Ha, is die van Schaarbeek?

      Agamemnon
      Nu niet meer. Vroeger had ‘em daar een griekse boksclub, maar tegen den burgermeester heeft ‘em het niet kunnen halen.

      Achil

      (op)

      Luistert eens Agamemnon, wanneer gaat dat hier nu eens gedaan zijn met die zever voor die jaloersen bok van ‘ne Menelaos? Hoe lang gaan wij hier nog in dat slijk blijven ploeteren? Dat kan zo niet blijven duren! Da’s voor de muren op te lopen van verveling, ‘t Is niet da’k bang zijn voor te vechten; ik zijn van niemand niet bang, van Schaarbeek tot boven Merksem, maar daar zo stom op mijn gat blijven zitten ... Neeje! A Menelaos Leentje niet heeft kunnen houden, daar zitten wij per slot van rekening ook voor niks tussen. Ik zeg maar één dink en da’s dees: ofwel attaqueren we, ofwel zijn w’hier weg, maar dat vind ik maar affrontelijk ... dus a’ we ‘t niet aftrappen, moeten we zo rap mogelijk attaqueren!!

      Agamemnon
      Attaqueren, attaqueren! Gij zijt ‘ne goeie gij! Met ‘ne muur van ‘ne meter dik ‘lijk den die’, wat wilde daar nu aan doen? Een beetje patiëntie hé.

      Achil

      Pakt dan ... pakt dan kanonnen!!

    • Karel ende Elegast

      Open or Close
      • De Neus
        De Neus
      • Kopke
        Kopke
      • Koning
        Koning
      • Herder met een schaap
        Herder met een schaap

      FRAGMENT

      Karel en de Elegast
      bewerkt door
      Wannes Van de Velde

      Figuren:
      DE NEUS DE KOP EEN ENGEL KAREL DE GROTE (EN ZIJN PAARD SNEEUWWITJE)
      ELEGAST (EN ZIJN PAARD OTHELLO)
      EEN EIK EEN BEUK EEN HOND EEN HAAN EGGERIK EGGERIK’S VROUW, DE ZUSTER VAN KAREL


      Engel (dialect)
      Koning en Keizer!

      Karel
      Oei; ’t was ‘nen echte!

      Engel

      Neem me nie‘ kwalijk, sire, da’k zomaar in uw slaapkamer binnendring, maar ’t is nogal dringend. In uwe slaap geloofd’e mij nie’, daarom verschijn ik nu nie’ meer in uwen droom, want ik zijn genen droom, maar ‘nen ech- ten boodschapper van God.

      Karel

      En wilt dien’ echt da ‘k ik gaan stelen?

      Engel
      Hij beveelt het u!

      Karel
      Maar waarom?

      Engel
      Dat hee ‘t ‘em er niet bij gezei’. Ook voor engelen zijn zijn wegen ondoor- grondelijk. Alleen dees – en voor den derde keer –

      (standaard Nederlands)

      Wilt gij Gods gebod niet horen, Koning, dan zijt gij verloren, Dan is het met u gedaan. Daarom handel als een wijze: Ga uit stelen, word een dief, Des te meer daar ’t God is lief!
      (De engel vliegt weg)

      Karel
      ’t Gebod van God begot! Daar valt nie’ mee te lachen, zoiet’ neemt ‘ne katholieke mens au sérieux... ’t Goed! Het zij zo! Den teerling is geworpen.

    • Meester Rubens is niet thuis

      Open or Close
      • Karel en Marc als Kop en Neus
        Karel en Marc als Kop en Neus

      FRAGMENT

      (De Neus en de Kop komen op, elk met een koffertje waarin hun masker zit. Ze kunnen met een kleine pantomime op de tonen van de muziek hun masker opzetten of zelfs hun kostuum aantrekken en zichzelf aldus in hun res- pectievelijke rollen transformeren)

      Neus
      (gaat tot bij de luitist en luistert nog even naar de laatste klanken van het instrument)

      Da’s al lank uit de mode hé meneer, dat instrument. Amaai mijn luit, gelijk ze zei’en. Dat was al passé toen a’ Napoleon op zijnen boechel kreeg in Waterloo. Awel, wild’ eens iet’ weten, Kopke? Toen as ze mij hebben gebeiteld moest da’ nog worden uitgevonden.

      Kop
      Allez gij! Hoe oud zijde gij dan wel, Neus?

      Neus
      (telt op zijn vingers, denkt na)

      Ik weet het nie’ meer. Da’s in jaren niet te zeggen.

      Kop
      Allez gij! Ge kunt dat toch eens aan uw familie vragen. Hedde gij familie?

      Neus
      Vaneigens; wij zijn toch familie van makandere, ik en gij.

      Kop
      Ja, maar dan van heel ver hé.

      Neus
      G’hebt gelijk; nous venons de loin.

      Kop
      Hoe heet’e gij eigenlijk feitelijk met uwen echte naam, Neus?

      Neus
      Johannes Van Reeth.

    • Ondine

      Open or Close
      • Visser
        Visser
      • De Neus
        De Neus

      FRAGMENT

      Ondine
      Wannes Van De Velde
      Naar Pocci (1807 – 1876)


      Figuren
      NEUS
      RIDDER VALENTIJN
      VISSER
      ONDINE
      KLUDDE
      HERTOG ROBBRECHT
      BERTHA
      DIENAAR

      (Een bosrand aan een meer. Er steekt onweer op. De Neus en ridder Valentijn haastig op)

      Neus
      Amai, amai, wat ‘nen bliksemflits! Seminis’ kinderen, dat gaat hier nog zo geen klein beetje regenen, en w’ hebben onze paraplu niet bij. Dat komt er van a’ ge zo maar in de richting van uwe neus door de bossen loopt, hé rid- der Valentijn.

      Valentijn
      Zwijgt Neus! Ga liever eens rondzien ofdat in dees geburen geen onderdak te vinden is voor de nacht.

      Neus
      Ik denk dat dat maar dunnekes zal zijn, ridder. Ik loop al heel de weg naar een goei’ kroeg te zoeken. ‘k Heb al van deze morgend goesting voor een kortelet met schorseneren, en ‘nen trappist of drij, vier, maar ik zien dat er hier niet van komen. A’ ge ’t mij vraagt zitten w’ hier in de brousse.

      (het onweer verzwakt)

      Valentijn
      Neus, jongen, het ziet er niet zo erg uit als dat ge denkt. Den hemel klaart op, en de leste zonnestralen schijnen tussen de wolken door. Daar aan dat meer staat er een huizeke, en ik zou er niet van verschieten a’ t er daar ‘ne visser moest in wonen.

      Neus
      (terzijde)

      Zou hem dat alleen gevonden hebben?

      (tot Valentijn)

      ‘Ne visser? In dat geval zou e’k ik er niet van verschieten dat ze daar ’s morgens, ’s middags en ’s avonds vis vreten. Merci!

      Valentijn
      Gaat er naartoe, Neus, klopt op de deur, en vraagt héél beleefd of dat we daar niet kunnen overnachten.

    • Collage Flamand

      Open or Close
      • Kopke
        Kopke
      • De Neus
        De Neus
      • George
        George

      FRAGMENT

      Leden kunnen dit volledige stuk lezen op de ledenpagina onder "Varia"

      Poesjenellen
      GEORGE
      NEUS
      KOP
      SCHELE

      George
      Neus, de wereld draait zot.

      Neus
      Hoedat, Georgke? ‘k Voele k’ ik toch niks.

      George
      Dat zal wel niet, dat gij iets voelt. Zot zijn doet immers niet zeer.

      Neus
      Ja maar, g’hebt gezeid dat de wereld zot draait. Van mij hebde toch niet gesproken.

      George
      Gij zijt toch ook een stuk van de wereld, hé Neus.

      Neus
      Een stuk van de wereld, ikke? Die rotsblok daar van voor op mijn gefreet, ja … da’s meer een stuk, maar ge kunt mij toch niet met de wereld vergelijken, hé George. Voordat de wereld kan zuipen gelijk as ‘k ik, moet het al hard regenen, zenne.

      George
      A’k nu zeg dat de wereld zot draait, dan wil ik daar mee zeggen dat de mensen zot worden hé, slimme.

      Neus
      Ha, de mensen … zegt dat dan. ‘k heb e ‘k ik met de mensen geen zakens, jongen. Dat die ’t maar zelf uitvissen….

      George
      Ge verstaat me niet hé Neus. De mensen, dat zijn wij toch allemaal samen. Daar zijne ‘k ik bij, en gij. We zitten toch allemaal in ’t zelfde bootje.

      Neus
      Zeg eens, George, ik zijn niet gelijk al d’ ander. Allé, waar hebde gij ooit nog zo’ne gevel gezien gelijk de mijne?

      George
      In de cinema.

      Neus
      Ja? En wat speelden ze dan?

      George
      Cyrano de Bergerac …. Manneke lief, die kost er mee schermen, met zijn machien.

    • De Neus wordt directeur

      Open or Close
      • Directeur
        Directeur
      • De Neus
        De Neus

      FRAGMENT

      Een stuk voor poesjenellen met elementen ontleend aan Lorca.
      (Retablillo de Don Cristobal)

      Leden kunnen dit volledige stuk lezen op de ledenpagina onder "Varia"


      Poesjenellen
      DE DIRECTEUR
      DE NEUS
      DE PATIENT
      ROZA




      Directeur
      Hebde ’t gezien gisterenavond, Neus?

      Neus
      Neeje, directeur.

      Directeur
      Hoe, neeje? En ge weet nog geen eens niet wat dat ‘k gaan zeggen!

      Neus
      En toch heb ik het niet gezien.

      Directeur
      En waarom niet?

      Neus
      Omda ‘k genen televisie heb.

      Directeur
      Watte? Hebde gij nog genen televisie? Maar allé, Neus, zijt nu een eerlijk. Da’ s nu toch geen werk hé. Ne mens kan op den duur met u nog niet meer klappen… Hebde nu al ‘nen auto?

      Neus
      Bijlange niet, directeur, da’s allemaal last manneke. Genen auto, da’s mijn vrijheid.

      Directeur
      En ik zeg u dat ’t juist andersom is. ‘ne mens kan niet vrij zijn zonder auto. Zonder auto kunde nieverans naartoe.

      Neus
      Voorwat zijn er dan taxi’s

      Directeur
      Kunde gij alle dagen taxi rijden?

      Neus
      Van eigens.

      Directeur
      Hebde gij dan zoveel geld?

      Neus
      Neeje. Zoveel verdien ik hier niet, maar ik laat dat allemaal op de rekening van den teater zetten, verstade?

      Directeur
      Watte. Daarmee is er zo weinig in kas. En dat doede gij zo met alles, zeker?

      Neus
      Zijt gerust. Onkosten teater… die niet rijk is, moet slim zijn.

    • Karel, man en paard

      Open or Close
      • Karel en Marc als Kop en Neus
        Karel en Marc als Kop en Neus

      FRAGMENT

      Leden kunnen dit volledige stuk lezen op de ledenpagina onder "Varia"

      Neus
      Kend’e gij iet van peerden?

      Kop
      Peerden? Vroeger was er in de Lange Ridderstraat ‘nen hele goeie peerdenbeenhouwer.

      Neus
      Hij denkt alleen maar aan eten, hij.

      Kop
      Mag ne mens dan genen honger hebben, misschien?

      Neus
      Keizer Karel die’n houdt van peerden. Hij zit er altijd op.

      Kop

      Hoeveel peerden zou ‘em al versleten hebben, denkt ge?

      Neus
      ‘k Weet nie… Twee, drij stallen vol. Maar hij is goe’ voor zijn peerden. Hij ziet gere beesten.

      Kop
      Liever dan mensen.

      Neus
      Dat zal wel. Peerden kunnen nie’ klappen en ze zijn héél gewillig. Ge zult een peerd nooit nie’ horen preutelen a’t naar den oorlog moet.

      Kop
      Ha neeje?

      Neus
      Een peerd weet ommers nie’ wat dat oorlog is. Daarom is ’t er nie’ bang voor. Dat gaat er op los omdat hem denkt dat hem daar zijnen haver en zijne warme stal en zijn klontje mee verdient.

      Kop
      En de militairen gaan d’r op los omdat ze mogen plunderen en zuipen en jongens en meiskes verkrachten.

      Neus
      Da’s niet ’t zelfde. Dat is berekening. Militairen kunnen denken en beesten nie’.

      Kop
      Zijd’e daar zo zeker van? Een peerd kiest zijne meester, en nie’ andersom, en as zijne meester ‘ne keizer is, die nie’ anders doet dan oorlog voeren, awel da’s dan tegenslag.

    • De Neus en de Langenarm gaan naar Dux

      Open or Close
      • De Neus
        De Neus

      FRAGMENT

      Leden kunnen dit volledige stuk lezen op de ledenpagina onder "Varia"

      ‘Spelleke’ voor een Antwerpse en een Gentse stangpop

      Neus
      Maar nee; over zo’n dinges moet’e nie’ peinzen. Ge moet dat zéggen, intuïtief! Vooruit, de mensen zitten te wachten! Zegt waar a’ ge waart voor a’ g’er waart.

      Tsjaak
      In Venetië

      Neus
      Gondola, gondola! Allez zeg! Venetië! Straf hé? En…waren er dààr vrouwen?

      Tsjaak
      Vrouwvolk? Dat zal wel! Giacomo liep er door de Jan Breydelstraat.

      Neus
      Wie?

      Tsjaak
      Casanova.

      Neus
      Wat weet’e gij van Casanova?

      Tsjaak
      Eergisteren nog niks, maar gisteren ging ik ene pakken in ‘A l’ Ombre de la Culture’…

      Neus
      Bestaat dat caféke nog altijd?

      Tsjaak
      Het staat soms hier, het staat soms daar,
      maar niemand weet exactly waar.
      Soms is ’t hier achter t’ hoekske, soms staat het in een boekske;
      soms vind ge ’t in een wereldstad,
      dan weer in ’t kleinste boerengat;
      maar, zijt g’ alleen of onder vrienden,
      wie dat het zoekt, die zal het vinden.

      Neus
      En wat heeft ‘ A l’ Ombre de la Culture’ met Casanova te maken ? G’hebt toch geen spoken gezien, zeker?

      Tsjaak
      Misschien. Ik ben er ‘ne rare persoon tegengekomen, ‘ne lange met ‘ne platte hoed en een zwarte cape gelijk Zorro.

    • Waar is George?

      Open or Close
      • Directeur
        Directeur
      • George
        George

      FRAGMENT

      Leden kunnen dit volledige stuk lezen op de ledenpagina onder "Varia"

      Scène 1

      ( Het is donker. Nu en dan het nerveuze schijnsel van een zaklamp. Gestommel. Gedempt gesakker. Stemmen. )

      Stemmen
      Waar is George?
      George! Waar is hij?
      Ik weet het niet.

      BEGINNEN!
      Maar waar is George?

      SJJJT!
      ( Men hoort de slagen van de ‘brigadier’: tien snelle slagen en drie langzame.)
      En George?

      BEGINNEN!
      ( het wordt licht en men ziet Pastiche, de toneelknecht. Hij speelt Poseidon. Hij draagt een kroon en houdt een drietand omklemd.)

      Pastiche
      Waarachtig! De perfide goden zijn voor de zoveelste keer met Odysseus van plan veranderd. Terwijl ik ginder ver vertoefde, op de kusten van Ethiopië …
      ( Aarzelt, valt uit zijn rol.)

      Waarom doe ik dit eigenlijk? Waar is George? Hij moet hier staan; het is zijn tekst …
      ( fluistert )

      … tekst …

      Directeur
      ( souffleert )

      … bracht zijn reis hem naar het land van de Feniciërs …

      Pastiche
      … bracht zijn reis hem naar het land van de …
      ( Aarzelt. Kijkt naar de directeur )


      Directeur
      ( souffleert luid )

      … Feniciërs …

      Pastiche
      … en daar heeft het de schrikgodinnen behaagd hem te doen ontkomen aan de gevaren die hem dreigden … aan de leegte van dit godvergeten, platgeïntrigeerde theater, dit stoffig muffig voorgeborgte van niet eens een HEL! Jawel; George weet wel beter; ik kèn hem, hèm en zijn drastische dromen …
      ( fluistert )

      … tekst …

    © 2024
    Disclaimer: Indien er media-materiaal op deze website staat waar u de rechten op bezit en hier onterecht geplaatst is, laat het ons dan a.u.b. weten.
    privacy policy

    Wij gebruiken cookies om uw surfervaring op deze site te verbeteren. Als u voortgaat met het surfen op deze site, gaat u akkoord met onze cookies policy.