In september 2019 kocht ik na lang zoeken het schier onvindbare boekje “Gedichten” (Uitgeverij Lepel; Antwerpen; 1966; oplage; 100 stuks) met daarin 19 gedichten van de, als schrijver/dichter, debuterende Wannes van de Velde, verdeeld over 2 boekdelen: “Gedichten 1958” (van de Velde was toen 21) en “Gedichten 1964”.

…mijn exemplaar (n° 87 van 100) komt uit de bibliotheek van wijlen Henri Floris Jespers zoals blijkt uit de opdracht vooraan in de bundel:

een lied
voor hem die
me geen pijn deed…
van harte
voor Henri F.J.

Dat is een bijna letterlijk citaat uit het laatste gedicht in de bundel:
een lied
voor hem die mij geen pijn deed
die niet weet hoe zijn mond te gebruiken
en zuchtend afdrijft op de golven
van gezang en diepe vreugde
een vlot
is zijn woonplaats
tussen de huizen

In haar “Religiositeit in het werk van Wannes Van de Velde” (Masterproef voorgedragen tot het behalen van de graad van Master in de taal- en letterkunde Nederlands 2014-2015) schrijft Lieven Keymolen het volgende:
In bovenstaand gedicht zingt de dichter het lied zelf, maar hij draagt het ook op aan ‘hem’: de onmondige medemens, aan de thuisloze.
Het hoeft geen betoog dat Wannes al van meet af aan zijn dichterschap au sérieux nam. In tegenstelling tot zijn liederen waarin humor dikwijls een belangrijke rol speelt, reserveert Van de Velde de poëzie als een stille ruimte zowel voor zichzelf als voor zijn stille, lezende medemens. In zijn schrijfhouding klinkt het zelfzekere besef door dat lyriek geen woord uitleg of verantwoording nodig heeft. De verzen spreken voor zich, en de auteur neemt niet alleen zijn dichtkunst, maar ook de lezer ernstig.

AKIM A.J. WILLEMS

Link:
https://bibliothecastudenticaanderotica.wordpress.com/2021/09/16/gedichten-wannes-van-de-veldes-debuut-uit-de-bib-van-henri-floris-jespers/