Tijdsnede (notities 1994-2000) is een tweede bundel met een selectie teksten uit de vele notitieboekjes die Wannes altijd en overal ter hand nam om te noteren wat niet mocht vergeten worden. ​

Deze bundel begint met een ‘intrade’, een gedachte aan het overlijden van zijn moeder op 26 oktober 2003. ‘Vandaag hebben wij mijn moeder zien sterven.’  Wannes maakt dan een sprong achterwaarts in de tijd naar 1994 en eindigt op Kerstnacht 2000. Hij ligt moederziel alleen in een ziekenhuis en herstelt van een chemokuur. Maar ook dan zijn zijn gedachten bij zijn moeder:
‘Het grootste probleem blijft ma, die nog van niets weet, maar wel iets vermoedt. “Gasthuis” betekent voor haar zoveel als “sterven”, dus houden we haar aan ’t lijntje met leugentjes om bestwil. Voorlopig heb ik griep.’




"Patagonisme: burgerlijk anarchisme? Escapisme? Ik voel er in elk geval een verdediging achter: Wij zijn de de absurditeit altijd een lengte voor, snijden de waanzin de pas af waar hij ons klem poogt te zetten.”

Kijk, voor iemand die dat uit zijn pen krijgt, wil ik graag het hoofd ontbloten en een diepe buiging maken. Dat het uit zijn pen en niet zomaar uit de computer werd geperst weet ik pertinent zeker. Daarvoor heb ik het vaak genoeg in levende lijve zien gebeuren. Wannes van de Velde -want hij is de auteur - had/heeft altijd en overal schrijfpapier bij de hand. Flarden, zinnen, een woord, schetsen, tekeningen, bedenkingen, aanzetten voor een lied of een gedicht, inzichten, en al wat dies meer zij, heeft hij jarenlang opgeslagen in zijn schriften en boekjes. Een hoekje aan een cafétafel, een
schuilplaats in de trein, een bank in het park, het geeft niet waar, als de gedachten stromen moeten ze op papier. Dat heeft hij jarenlang gedaan en dan krijg je al gauw een paar meter dagboeken bij elkaar. Hij heeft daar als eens eerder fragmenten uit gepuurd. Zijn notities 1987-1993 werden wat ongelukkig uitgegeven bij 'Paradox Pers Antwerpen' Nu heeft de Leuvense uitgeverij P het vervolg, notities 1994-2000, onder zijn hoede genomen. Het oogt, voelt en ruikt zoals we dat van uitgeverij P kennen. Mooie letter op stevig papier in een keurige omslag. Dat is het halve lezen en de rest wordt moeiteloos ingevuld door de tekst van Wannes.

Patagonisme
Ik ben een wat bevoorrechte lezer en ik wil dan ook graag nog de rest van zijn Patagonische gedachten citeren: "Het Patagoniëgevoel kan niemand die ermee geconfronteerd wordt omzeilen of negeren. Het dringt zich niet op, het IS er; niets tegen te doen, alleen maar te ondergaan. Wellicht is het iets van de engelbewaarders; lichtjes pervers, maar nooit ziekelijk. Het relativeert de gevestigde ordelijkheden tot in het extreme, maar breekt ze nooit af. Patagonisme is, in tegenstelling tot de gangbare mening, niet echt absurd; het is zelfs serieuzer dan de 'patafysica' van een Alfred Jarry, die het er volgens mij te dik bovenop legt." Dat lees ik op 3 december 1996. De dag ervoor was Luk 'Lukulele' Tegenbos Wannes gaan opzoeken in Studio Herman Teirlinck. Tegenbos werkte toen aan een reeks foto's waar zangers allerhande poseren met een ukulele, het huisinstrument van het Ukulogisch museum, strijdbare onderafdeling van de Fundación Patagonista. Maar dit geheel ter zijde.


Dodenstoet
De bedenking van Wannes is er een van de vele. Een korte bedenking bij iets wat zijn dag heeft gekleurd, of net niet, want ook de somberte slaat met regelmaat toe. Wannes is geboren in 1937 en was tijdens de periode van deze notities eerst een paar jaar jonger, dan een paar jaar ouder dan zestig. Dat is de leeftijd waarop je omgeving langzaam maar zeker begint uit te sterven. De dood is dan dok vaak te lezen en te voelen. Het onverwachte overlijden van vriendarrangeur-fluitist Walter Heynen is waarschijnlijk een zwaardere klap dan alle andere samen. Ann Salen, Rudi Lagrillière, Guy 'den bakker; Marc Claus, Michel Oukhow, Herman Cornelis, George 'Toet' Smits, Paul Huybrechts, de baby Walter, lune Rowell, Nicolleke, de twee dochters van Mon van Geysel, Sus Verleyen, het is een dodenstoet die vaak en veel aan het eigen einde doet denken. Dat einde is in december 2000 verdacht dichtbij. Wannes wordt ziek, moet zijn afspraken afzeggen, wordt opgenomen en krijgt chemo. Nu - vier jaar later - weten we dat de dood zich strategisch heeft teruggetrokken, maar toen was hij akelig nabij. "Ik moet nog wennen aan de gedachte dat mijn hele vorige leven hier stopt. Is het een eindpunt? Of is het een nieuw begin? Want de wereld is niet vergaan, maar ik zal me er anders in bewegen. lk heb hier hele nachten op een doodsbesef liggen kauwen en daardoor heeft zich een leegte in me geopend, die me met mijn neus op de essentie drukt.”

Tijdsnede
Het is natuurlijk niet allemaal kommer en kwel in de laatste jaren van de twintigste eeuw. Het waren ook de jaren van het theater met 'De reis naar Dux' als hoogtepunt Daarin staat Wannes voor het eerst ook als acteur op de planken. Met zijn oude maat Bob de Moor is theater af en toe een feest. Met Bob komt Wannes ook weer meer en meer naar Gent, de stad die Antwerpen af en toe doet vergeten.
Maar als u liever weet hoe het gesteld was in Brugge, Hamburg, Kester, Berlijn, Lummen, Warschau, Aalter of andere wereldsteden, moet u het zelf maar lezen in 'Tijdsnede' van Wannes van de Velde, uitgegeven bij uitgeverij P. Het is zijn boeiende kroniek van de jaren 1994-2000. U kan er alleen maar wijzer van worden.
Dree Peremans PAS-UIT (tweewekelijks magazine)

tijdsnede.pdf